Staatssecretaris Snel van Financiën heeft de memorie van antwoord bij het pakket Belastingplan 2019 naar de Eerste Kamer gestuurd.

Hieraan ontlenen wij het volgende:

  • Er komt geen overgangsregeling voor lopende periodieke giften in verband met de tariefmaatregel grondslagverminderende posten;

  • Door de tariefmaatregel zal de heffing over ontvangen partneralimentatie en de aftrek van betaalde partneralimentatie veel vaker tegen hetzelfde tarief plaatsvinden;

  • De evaluatie van de eigenwoningregeling wordt met een jaar vervroegd naar 2019;

  • Bij de correctie box 2-tarief komt geen compartimentering voor winsten die gemaakt zijn onder “oude” tarieven;

  • Het ligt niet voor de hand de regels voor het in aanmerking nemen van de belastingkorting in box 1 voor een nog niet verrekend verlies uit aanmerkelijk belang aan te passen;

  • Er komt in het eerste kwartaal van 2019 een beleidsbesluit over de toepassing van het Spaanse voetbalmakelaarsarrest (V-N 2017/9.12) in de praktijk;

  • Het kabinet acht het juridisch houdbaar om de looptijd van de 30%-regeling voor bestaande gevallen te verkorten;

  • De koop-/aannemingsovereenkomst in het kader van de overgangsregeling van de sportvrijstelling wordt toegelicht;

  • Naar verwachting zijn de grenseffecten van het verhogen van het verlaagde btw-tarief beperkt;

  • Onderzocht wordt of de aanpassing regeling belastingrente kan worden uitgebreid met belastingaanslagen erfbelasting die om andere redenen dan overlijden worden opgelegd;

  • Bij een schenking onder schuldigerkenning zal niet snel sprake zijn van aansprakelijkheid in het kader van bestrijding van verhaalconstructies;

  • Nu de afschaffing van de dividendbelasting niet doorgaat, is het kabinet voornemens om art. 4a Wet DB 1965 alsnog in werking te laten treden;

  • De bronbelasting op rente- en royaltybetalingen naar laagbelastende jurisdicties zal niet eerder in werking treden dan 1 januari 2021;

  • Het kabinet ziet in het arrest BNB 2016/197 geen aanleiding de dubbele zakelijkheidstoets van de renteaftrekbeperking gericht tegen winstdrainage (art. 10a Wet VPB 1969) verder aan te scherpen;

  • Voor de beperking afschrijving gebouwen in de VPB is slechts beperkt overgangsrecht;

  • De precieze financiële gevolgen voor het zorgvervoer van de afschaffing van de BPM-teruggaafregeling zijn nog niet duidelijk;

  • De staatssecretaris zal bouwstenen voor verbeteringen van het belastingstelsel klaarleggen voor het volgende kabinet.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Dossiers: Prinsjesdag 2018

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 4 december

Carrousel: Carrousel

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen