De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de memorie van antwoord inzake de versnelling van de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd naar de Eerste Kamer gestuurd.

Brief Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 24 april 2015, nr. 2015-0000114973  

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de memorie van antwoord inzake de versnelling van de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd naar de Eerste Kamer gestuurd. Zij stelt dat het onderhavige wetsvoorstel een belangrijke bijdrage levert aan de verbetering van de overheidsfinanciën op middellange termijn. Met dit wetsvoorstel wordt een besparing op de uitgaven gerealiseerd van cumulatief circa € 2,9 miljard in de periode 2016-2024. Bovendien stijgen de belasting- en premie-inkomsten in deze periode met cumulatief € 770 miljoen. De economie herstelt zich gestaag en het overheidstekort daalt van 2,6% bbp in 2014 naar 1,8% bbp in 2015 en 1,2% bbp in 2016. Dit wordt mede veroorzaakt door de besparingen in het onderhavige wetsvoorstel.

Verder stelt zij dat ondanks de crisis de arbeidsmarktparticipatie van ouderen de afgelopen jaren gestegen is. Zo bedroeg in 2008 de netto arbeidsparticipatie van ouderen 50,7%. Die is gestegen naar 59,9% in 2014. De werkloosheid onder de groep ouderen verschilt volgens haar niet sterk van het niveau van de werkloosheid onder de gehele beroepsbevolking. Langdurige werkloosheid komt onder ouderen echter relatief vaak voor. De regering neemt daarom gerichte maatregelen om werkloosheid onder ouderen te voorkomen en te bestrijden, zoals bijvoorbeeld de mobiliteitsbonus en de no-riskpolis WW. Bovendien zet de regering ook met de sector-plannen en het Actieplan 50pluswerkt in op een sterkere positie van ouderen op de arbeidsmarkt.

Volgens haar leiden maatregelen die het arbeidsaanbod verhogen niet tot structurele verdringing. Zo heeft de stijging van de arbeidsparticipatie onder ouderen van de afgelopen jaren niet geleid tot een stijging van de werkloosheid onder jongeren. Zo blijkt dat jongeren in andere banen instromen dan in de banen die ouderen bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd verlaten.  

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Sociale zekerheid algemeen

Regelgevende instantie: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Editie: 21 mei

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen