Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën heeft de memorie van antwoord bij het wetsvoorstel intrekking van de Baangerelateerde Investeringskorting (BIK) naar de Eerste Kamer gestuurd.

Uit het informele overleg met de Europese Commissie (EC) kwam naar voren dat zij de gehele BIK in ogenschouw heeft genomen en zij geen garantie kon geven dat de BIK geoorloofde staatssteun betreft. Het kabinet is van mening dat de BIK als geheel geen staatssteun is. Desondanks werd het gaandeweg het informele overleg met de EC voor het kabinet duidelijk dat de onzekerheid over de vraag of de BIK in den brede staatssteun is, niet op korte termijn kon worden weggenomen.

Het Tijdelijk staatssteunkader Covid-19 is vooral gericht op de acute (liquiditeits-)problemen van ondernemingen veroorzaakt door Covid-19 en komt daarmee niet overeen met het doel van de BIK, namelijk een generieke maatregel om (het naar voren halen van) investeringen te stimuleren om zo snel mogelijk uit de crisis te komen. Het in stand houden van de BIK leidt tot een reëel risico dat ondernemers de BIK-tegemoetkoming op een later moment mét rente moeten terugbetalen. Gelet op deze situatie vindt het kabinet het verstandig om de BIK stop te zetten.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Dossiers: Prinsjesdag 2020

Regelgevende instantie: Staten-Generaal

Editie: 30 november

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen