Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën heeft de memorie van antwoord bij het wetsvoorstel Wet tegengaan mismatches bij toepassing zakelijkheidsbeginsel naar de Eerste Kamer gestuurd.
Vijlbrief gaat onder meer in op de samenhang tussen dit wetsvoorstel en het voorstel van de OESO voor een minimumtariefmaatregel (Pijler 2). Het wetsvoorstel zou in bepaalde gevallen kunnen leiden tot een hogere effectieve belastingdruk berekend op grond van de regels van Pijler 2. De staatssecretaris preciseert dat het winstbegrip in de zin van de Pijler 2 losstaat van de fiscale winst zoals deze aan de hand van de Wet IB 2001 en de Wet VPB 1969 wordt bepaald. De maatregelen van het wetsvoorstel zijn derhalve niet relevant voor het winstbegrip van Pijler 2.
De staatssecretaris verschaft duidelijkheid over de strekking van het door de Tweede Kamer aangenomen amendement Maatoug (V-N 2021/50.8). In de zin van het voorgestelde art. 8bd lid 1 Wet VPB 1969 wordt een overgang onder algemene titel in het kader van een fusie of splitsing beschouwd als een met een kapitaalstorting, winstuitdeling, teruggaaf van gestort kapitaal of liquidatie-uitkering vergelijkbare rechtshandeling. Ook in geval van zo’n overgang bestaat de mogelijkheid op dubbele non-heffing vanwege een waarderingsverschil. Voor zover de fiscale boekwaarde van het verkregen vermogensbestanddeel wordt doorgeschoven is echter geen sprake van een dubbele non-heffing. In zoverre vindt de voornoemde bepaling geen toepassing.
Tevens verduidelijkt de staatssecretaris dat art. 8bd lid 1 Wet VPB 1969 ook aan kan grijpen bij stortingen of uitkeringen in contanten. Dit doet zich onder meer voor indien een waardeverschil ontstaat doordat bij een storting of uitkering in een andere valuta verschillende (omreken)koersen zijn gehanteerd.
Zie ook de themapagina Wetsvoorstel Wet tegengaan mismatches bij toepassing zakelijkheidsbeginsel.
Wetsartikelen:
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8bd
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting, Internationaal belastingrecht
Dossiers: Prinsjesdag 2021
Regelgevende instantie: Staten-Generaal
Editie: 30 november