Hof Amsterdam overweegt dat microfiches geen op de zaak van X betrekking hebbende stukken conform art. 8:42 Awb zijn. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Aan belanghebbende, X, zijn vanwege het niet aangeven van buitenlandse rente-inkomsten navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en vermogensbelasting opgelegd. Hof Arnhem heeft de inspecteur meerdere keren verzocht de integrale versie van het Draaiboek Rekeningenproject en de interne nieuwsbrieven van de Belastingdienst te overleggen omdat het op de zaak betrekking hebbende stukken als bedoeld in art. 8:42 Awb betreft. De inspecteur heeft slechts een geschoonde versie van de bedoelde stukken overgelegd. In geschil is of terecht aan X de navorderingsaanslagen zijn opgelegd. De eerste meervoudige belastingkamer van Hof Arnhem beslist bij tussenuitspraak dat de weigering van de inspecteur om stukken over te leggen niet gerechtvaardigd is en de tweede meervoudige belastingkamer van dat hof verklaart bij einduitspraak het beroep gegrond en vernietigt de navorderingsaanslagen. De minister stelt beroep in cassatie in. De Hoge Raad (V-N 2008/7.7) verklaart het beroep gegrond en verwijst de zaak naar Hof Amsterdam.

Verwijzingshof Amsterdam (MK I, 19 januari 2012, 07/01019, V-N 2012/20.2.2) overweegt dat microfiches geen op de zaak van X betrekking hebbende stukken in de zin van art. 8:42 Awb zijn. Dit is slechts anders voor de daarop voorkomende regels waarop de naam is vermeld die overeenkomt met de naam van X en waarvan eerst na identificatie, met behulp van gegevens die de Belastingdienst overigens ter beschikking staan, kon worden vastgesteld dat X de houder is van die rekening. Nu vaststaat dat die regels in dit geding zijn ingebracht is er geen reden de inspecteur op te dragen andere gegevens van de microfiches in te brengen. De navorderingsaanslagen zijn terecht opgelegd maar worden wel verminderd overeenkomstig nadere berekeningen van de inspecteur. Alleen de boete over het jaar 1994 is door de inspecteur bewezen, maar wordt vanwege omkering van de bewijslast en overschrijding van de redelijke termijn verminderd. De overige boeten worden vernietigd. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:45

Algemene wet bestuursrecht 8:42

Algemene wet bestuursrecht 8:31

Algemene wet bestuursrecht 8:29

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 27 februari

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen