A-G Ettema is van mening dat de herleidingsmethode terecht door het hof is verworpen. De conclusie strekt tot verwijzing voor een nader onderzoek over het gebruik van een koerslijst en de mogelijkheid tot waardebepaling in goede justitie.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar onvoldoende inzicht heeft geboden in de waarde-opbouw van de woning in relatie tot de verkoopprijzen van de vergelijkingsobjecten, waardoor de WOZ-waarde niet aannemelijk is gemaakt.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat X niet de vereiste aangifte heeft gedaan. Met wat hij aanvoert, levert hij het bewijsvermoeden dat X contante betalingen heeft ontvangen die niet in zijn aangiften zijn opgenomen. De aanslagen zijn correct.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat X bv niet de vereiste aangifte heeft gedaan. Met wat hij aanvoert, levert hij het bewijsvermoeden dat X bv contante betalingen heeft ontvangen die niet in haar aangifte zijn opgenomen. De aanslag is correct.

Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur terecht aansluiting heeft gezocht bij de BTW-cijfers. Er hoeft geen rekening te worden gehouden met de ondernemerskosten en mkb-winstvrijstelling. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Hof Amsterdam onderzoekt of voorwaardelijke opzet voor het doen van onjuiste aangifte is bewezen. De deels met omkering van de bewijslast vastgestelde winstcorrectie geeft onvoldoende duidelijkheid over de feiten en omstandigheden rond de vraag of X bewust was van de foute aangifte. Het hof vernietigt daarom de vergrijpboete. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Advocaat-generaal Ettema concludeert dat art. 22 lid 1 Wet OB 1968 geen rechtsgrond biedt om rente op achterstallen te berekenen over de BTW bij invoer. Volgens de A-G is de schakelbepaling van art. 22 lid 1 Wet OB 1968 namelijk onvoldoende duidelijk, nauwkeurig en voorzienbaar.

Het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) en de hervatting van de handhaving op schijnzelfstandigheid door de Belastingdienst volgend jaar leidt tot veel onrust onder zelfstandigen. De zelfstandigendiscussie wordt te vaak gevoerd op basis van foute aannames, vindt NBBU-directeur Marco Bastian. In aanloop naar de behandeling van de zzp-conceptwet liet de uitzendkoepel daarom uitzoeken hoe het echt zit, meldt het FD. "We veroorzaken in een krappe arbeidsmarkt straks weer onnodig gedoe."

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de ouderenkorting volgens het wettelijke systeem niet kan worden uitbetaald. De dwangsom wegens het niet tijdig beslissen, wordt verhoogd tot het maximum van € 1442.

Het afstaan van inkomen ten behoeve van bijvoorbeeld een kloostergemeenschap kan kwalificeren als aftrekbare gift, voor zover de inkomsten waarvan afstand wordt gedaan hoger zijn dan de kosten die de kloostergemeenschap voldoet. Dat staat in een standpunt van de Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst.

Advocaat-generaal Wattel concludeert dat de stelling van X, dat het hof een essentiële stelling ongemotiveerd heeft gepasseerd, berust op een verkeerde lezing. De stelling kan dan ook niet tot cassatie leiden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het werkelijke rendement niet lager is dan het forfaitaire rendement, omdat ook ongerealiseerde vermogenswinsten terecht in aanmerking zijn genomen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur het bezwaar van X tegen de aanslag IB/PVV 2018 terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.

De belastingvoordelen voor huiseigenaren moeten snel worden afgebouwd. Dat stellen economen van de Rabobank. Het belastingmechanisme vergroot volgens de bank de problemen op de woningmarkt, aldus het AD.

De Kennisgroep successiewet trekt het standpunt in waarin is bepaald dat de omvorming van indirecte gewone aandelen in tracking stocks niet leidt tot de aanvang van een nieuwe bezitstermijn, mits de toerekening(sbalans) niet wijzigt door de omvorming van de indirecte gehouden aandelen (Kennisgroepstandpunt Belastingdienst 9 maart 2023, KG:063:2022:7, V-N 2023/26.7.5).

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de bewijslast op de inspecteur rust en dat die niet aannemelijk maakt dat er geen redelijk vooruitzicht meer op voordeel is. De vof exploiteert dus nog steeds een IB-onderneming in objectieve zin.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de akkerbouwactiviteiten van de VOF een bron van inkomen vormen. Er is sprake van een objectieve voordeelsverwachting, aangezien er een positief resultaat is behaald en de verliezen in het verleden grotendeels veroorzaakt zijn door onvoorzienbare gebeurtenissen en incidenten.