Hof Den Haag verhoogt de historische nieuwprijs, zodat de naheffing met € 11 wordt verlaagd tot € 3610. De gemachtigde van X ontvangt in totaal € 5248 aan vergoedingen.

X doet BPM-aangifte voor een VW Golf 2.0 TSI GTI Performance met schade en voldoet € 191. Na controle door Domeinen stelt de inspecteur dat de auto geen schade heeft. In geschil is de naheffingsaanslag BPM van € 3621. Volgens Rechtbank Den Haag maakt X niet aannemelijk dat de auto meer dan normale gebruiksschade heeft. X krijgt geen immateriële schadevergoeding ondanks dat de redelijke termijn met één maand is overschreden. In de machtiging die hij heeft ondertekend, staat namelijk dat die vergoeding toekomt aan de gemachtigde. X gaat in hoger beroep.

Hof Den Haag verhoogt de historische nieuwprijs conform het standpunt van partijen tot € 49.642, zodat de aanslag wordt verlaagd tot € 3610. Uit HR 31 mei 2024, ECLI:NL:HR:2024:775, V-N 2024/27.20 volgt dat de rechtbank ten onrechte geen immateriële schadevergoeding heeft toegekend. Deze wordt alsnog vastgesteld op € 500. Voor de bezwaarfase krijgt X een vergoeding van € 1248 en voor de beroepsfase in totaal € 3500.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Algemene wet bestuursrecht 7:15

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 9

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Belastingheffing van motorrijtuigen

Editie: 6 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen