De invoering van een minimumniveau aan belastingheffing leidt tot een budgettaire opbrengst van circa € 0,5 miljard aan extra belastinginkomsten. Dat antwoordt staatssecretaris Van Rij van Financiën op vragen van de fracties naar aanleiding van het BNC-fiche inzake een minimumniveau aan belastingheffing (Pijler 2).

De opbrengst voor Nederland komt niet uit eventuele bijheffingen, maar uit een toegenomen belastinggrondslag vanuit laagbelastende jurisdicties. Bij de indiening van het implementatiewetsvoorstel wordt een definitieve inschatting van het budgettaire effect gegeven. Ook wordt dan stilgestaan bij de gevolgen voor de regeldruk.

Voor de situatie dat een multinational binnen Nederland niet voldoet aan het minimumbelastingtarief van 15%, bijvoorbeeld door toepassing van de innovatiebox of de liquidatiesverliesregeling, wordt een nationale minimum-bijheffing ingevoerd. Dit wordt onderdeel van het implementatiewetsvoorstel.

De in de richtlijn voorgestelde heffing wijkt op meerdere aspecten af van de VPB. Op dit moment wordt bekeken of de nieuwe heffing vormgegeven kan worden als een aangiftebelasting die binnen het toepassingsbereik van de AWR valt met de gebruikelijke procedures van bezwaar en beroep.

Er is een forse inspanning nodig om Pijler 2 te kunnen realiseren. Daarom wordt in 2022 al een extern ICT-team ingehuurd. De daadwerkelijke uitvoering ligt verder in de toekomst dan de inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2023. De implementatiewerkzaamheden van de Belastingdienst kunnen daarom ook plaatsvinden in het jaar 2023 en gedurende 2024.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 9 maart

15

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen