Het College van procureurs-generaal en de Raad voor de Rechtspraak achten meer flexibiliteit in de afdoening van wrakingsverzoeken wenselijk. Minister Dekker voor Rechtsbescherming gaat dit standpunt betrekken bij de verdere gedachtevorming over al dan niet wettelijke mogelijkheden om oneigenlijk gebruik van de wrakingsprocedure tegen te gaan.

Dat antwoordt minister Dekker op Kamervragen van het lid Markuszower (PVV) over het bericht ‘Rechter te makkelijk gewraakt’.

De Hoge Raad heeft recent in twee zaken uitspraak gedaan die betrekking hebben op de wrakingsprocedure. De Hoge Raad oordeelt daarin dat wraking van rechters in strafzaken niet mogelijk is op de grond dat zij onwelgevallige (tussen)beslissingen hebben genomen. Dit geldt in beginsel ook voor de motivering van deze beslissingen. Tegen deze beslissingen kan iemand opkomen door tegen de beslissing hoger beroep of beroep in cassatie in te stellen. De Hoge Raad oordeelt verder dat als de wrakingskamer van oordeel is dat evident misbruik van de wrakingsprocedure wordt gemaakt, deze kamer de mogelijkheid heeft om een wrakingsverzoek direct buiten behandeling te laten zonder dat een zitting wordt gehouden. Beide uitspraken zijn in lijn met de nu geldende wetgeving en jurisprudentie.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Justitie en Veiligheid

Editie: 24 december

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen