Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat er sprake is van misbruik van recht. Met de opgezette structuur worden namelijk in strijd met doel en strekking van de Btw-richtlijn belastingvoordelen behaald.

Belanghebbende, Stichting X, houdt zich bezig met het bevorderen van de beoefening van sporten. Stadsdeel Y stelt daartoe een sportpark ter beschikking aan X. X en Y sluiten in verband met het gebruik van het sportpark een gebruikersovereenkomst. X sluit ook een gebruikersovereenkomst met de sportverenigingen die gebruik maken van de sportvelden. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur een btw-naheffingsaanslag op aan X. Volgens de inspecteur is X namelijk geen btw-ondernemer en heeft zij ten onrechte btw in aftrek gebracht. Verder is er ook geen sprake van het geven van gelegenheid tot sportbeoefening. De inspecteur stelt dat op zeer gekunstelde wijze is gekomen tot een constructie die is opgezet zonder dat sprake is van enig verband met de realiteit.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 37

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Wet op de omzetbelasting 1968 7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 31 oktober

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen