Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X BVBA percelen uitsluitend verkoopt aan Stichting Y om belastingvoordeel te krijgen.

X BVBA levert in oktober 2011 indirect, via zijn aandeelhouders A en B, twee percelen aan Stichting Y. Stichting Y is niet belastingplichtig. Op 30 maart 2012 leveren A en B twee percelen aan X BVBA. X BVBA levert op dezelfde dag 34 percelen aan Stichting Y. Op alle leveringen past X BVBA de omzetbelastingvrijstelling voor onroerend goed toe. Stichting Y blijft de koopsom aan X BVBA schuldig. Tussen oktober 2012 en september 2016 levert Stichting Y de percelen met eventueel reeds gebouwde opstallen aan particulieren. Over de leveringen is alleen overdrachtsbelasting berekend. De inspecteur stelt dat sprake is van misbruik van recht en legt naheffingsaanslagen omzetbelasting op over 2013 tot en met 2016, waarbij de inspecteur de leveringen aan Stichting Y en de aandeelhouders buiten beschouwing laat. X BVBA gaat in beroep.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat sprake is van misbruik van recht, aangezien X BVBA de percelen vlak voordat zij de status van bouwterrein krijgen overdraagt, het financiële risico blijft dragen en zich op de markt presenteert als verkoper. Het samenstel van feiten maakt dat aannemelijk is dat de transacties uitsluitend belastingvoordeel als doel hebben. Een beroep op schending van het verdedigingsbeginsel baadt niet. De beroepen zijn ongegrond.

Lees ook het thema De levering van een bouwterrein: btw of overdrachtsbelasting?

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 11

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Omzetbelasting

Editie: 3 januari

Informatiesoort: VN Vandaag

530

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen