Het kabinet kijkt nog nader of er mogelijkheden zijn om naast de verhoogde mijnbouwheffingen ook investeringsprikkels in te bouwen om te zorgen dat bedrijven blijven investeren in de gasproductie in Nederland. Dat schrijft staatssecretaris Vijlbrief van Economische Zaken en Klimaat in antwoord op Kamervragen.

De vragen zijn gesteld door het lid Van Haga over het dreigende vertrek van gasbedrijven uit Nederland.

Naast de vennootschapsbelasting betalen bedrijven actief in de exploratie en productie van olie en gas ook zogeheten mijnbouwheffingen. Per saldo komt voor de jaren 2023 en 2024 cumulatief gemiddeld zo’n 83% van de winst toe aan de Staat. Het valt volgens Vijlbrief niet uit te sluiten dat voor een individueel bedrijf de belastingdruk hoger is. Op basis van de solidariteitsbijdrage wordt de overwinst met 33% belast. Het kabinet ziet in het gekozen tarief van 65% voor de cijns in de Mijnbouwwet de juiste balans tussen het belang van de burgers die lijden onder de hoge energieprijs en de bijdrage die van de vergunninghouders die van de hoge energieprijs profiteren mag worden verwacht. De verhoging van de cijns voor 2023 en 2024 en de tijdelijke solidariteitsbijdrage voor 2022 kunnen een negatieve impact hebben op de gewenste investeringen in de versnelling van de gasproductie evenals de beoogde investeringen in projecten in relatie tot de energietransitie. Op dit moment is gaswinning volgens Vijlbrief echter nog rendabeler dan ooit.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Vennootschapsbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Editie: 23 januari

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen