Hoewel het kabinet het niet van voorbeeldgedrag vindt getuigen dat overheidsorganisaties in strijd met de wet handelen acht het kabinet handhaving per 1 januari 2025 vooralsnog noodzakelijk. Daarbij is er, volgens de staatssecretaris, bij de inzet van potentieel schijnzelfstandigen geenszins sprake is van een uitzonderingspositie voor de hersteloperatie kinderopvangtoeslag. Ook de overheid dient zich te houden aan de arbeidsrechtelijke en fiscale regels. Het kabinet spant zich wel in om de inzet van potentieel schijnzelfstandigen af te bouwen naar nihil door: i) de potentieel schijnzelfstandigen een dienstverband aan te bieden of ii) leveranciers van potentieel schijnzelfstandigen aan te moedigen potentieel schijnzelfstandigen zelf in dienst te nemen.
Verder geeft de brief inzicht in het aantal potentieel schijnzelfstandigen binnen de overheid. Voor de hersteloperatie toeslagen zijn 700 potentieel schijnzelfstandigen werkzaam tegenover geen potentieel schijnzelfstandigen bij de Belastingdienst. Het aantal potentieel schijnzelfstandigen dat werkzaam is in overige onderdelen van de overheid is tot dusver onbekend. Tot slot geeft de staatssecretaris aan dat voor een eventuele compensatie voor leveranciers van potentieel schijnzelfstandigen aan de hersteloperatie toeslagen, in verband met door de Belastingdienst opgelegde boetes en naheffingen in 2025, geen raming in de begroting is opgenomen.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 2
[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]
Rubriek: Loonbelasting, Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 15 januari
Informatiesoort: VN Vandaag