Staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën is bereid om de mogelijkheden voor de publicatie van geanonimiseerde samenvattingen van vso’s en standpuntbepalingen te onderzoeken in lijn met de nationale implementatie van verplichtingen ten aanzien van rulings met natuurlijke personen op grond van DAC8 en het opzetten van een centraal registratiesysteem.

Dat staat in de antwoorden op Kamervragen van de leden Maatoug en Stultiens (beiden GL-PvdA) over de EIA, MIA en de Vamil.

Vanaf 1 januari 2026 moeten bepaalde afgegeven rulings die betrekking hebben op de belastingzaken van natuurlijke personen worden uitgewisseld tussen EU-lidstaten. Het betreft enerzijds voorafgaande grensoverschrijdende rulings afgegeven aan natuurlijke personen waarvan het bedrag van de transactie of reeks transacties groter is dan € 1.500.000 of het equivalent daarvan in een andere valuta, mits dat bedrag wordt vermeld in de ruling. Anderzijds gaat het om voorafgaande grensoverschrijdende rulings die bepalen of een persoon al dan niet fiscaal ingezetene is van Nederland.

Over de EIA, MIA en Vamil antwoordt de staatssecretaris dat dit regelingen zijn met een horizonbepaling. Uit de evaluaties van genoemde regelingen volgt dat ze over het algemeen doeltreffend en doelmatig zijn. Met het oog hierop is door middel van het Belastingplan 2024 de toepassing van de horizonbepaling van de regelingen met vijf jaar opgeschoven tot en met 31 december 2028.

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.42a

Wet inkomstenbelasting 2001 3.42

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Europees belastingrecht, Inkomstenbelasting

Editie: 24 december

Informatiesoort: VN Vandaag

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen