Er komen mogelijk nieuwe Europese belastingen. Dat schrijft minister Kaag van Financiën in antwoord op Kamervragen. Aanleiding voor deze vragen zijn gestegen rentekosten.
Bij het akkoord over de Europese meerjarenbegroting (MFK) 2021-2027 is afgesproken dat de aflossingen en rentebetalingen op de leningen die voor het subsidiedeel van het Coronaherstelinstrument worden gebruikt, zullen plaatsvinden via de EU-begroting. In het huidige MFK is in de jaren 2023-2027 ca. 15 miljard euro gereserveerd voor rentebetalingen. De rente is sinds het akkoord echter meer dan verwacht gestegen, waardoor de gereserveerde rentemiddelen mogelijk niet meer voldoende zijn om de volledige rentebetalingen t/m eind 2027 te kunnen financieren.
In het interinstitutioneel akkoord (IIA) tussen het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie van 16 december 2020 was al het plan tot het introduceren van nieuwe eigen middelen opgenomen. De nieuwe eigen middelen zijn in eerste instantie bedoeld om rentebetalingen en aflossingen van leningen onder het Coronaherstelinstrument te financieren om te voorkomen dat rentebetalingen en aflossingen ten koste gaan van uitgaven aan specifieke programma’s in het MFK. Nederland heeft bij dit akkoord ingestemd met het verkennen van opties voor nieuwe categorieën van eigen middelen en daarbij aangegeven dat alle voorstellen voor nieuwe eigen middelen op hun eigen merites beoordeeld zullen worden.
In dit IIA is ook al een indicatieve routekaart voor de eventuele introductie van nieuwe eigen middelen afgesproken waarin een tijdpad wordt gegeven voor de eventuele introductie van nieuwe eigen middelen. Het voornemen van de Commissie om voorstellen voor nieuwe eigen middelen te publiceren is dus al een bestaand voornemen, en niet ingegeven vanuit de huidige gestegen rentekosten.
De introductie van nieuwe eigen middelen is echter niet noodzakelijk om uitgaventegenvallers te financieren. Het sluitstuk van de Europese begroting is en blijft immers de afdracht op basis van het bni.
Voordat nieuwe eigen middelen geïntroduceerd kunnen worden dienen deze met unanimiteit in de Raad te worden aangenomen en daarna, conform de eigen grondwettelijke bepalingen, door iedere lidstaat te worden geratificeerd. In Nederland betekent dit een wetstraject via de Tweede en Eerste Kamer.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 12 mei