Belanghebbende, X bv, is een projectontwikkelaar. Zij is het niet eens met een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting die de Belastingdienst haar heeft opgelegd ter zake van de levering van een woonboerderij met bijgebouwen en erf en cultuurgrond.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat tot de heffingsgrondslag voor de overdrachtsbelasting niet alleen de koopprijs van de grond behoort, maar ook de mogelijke nabetaling. Overdrachtsbelasting wordt berekend over de waarde in het economisch verkeer van de verkrijging. Indien zakelijk handelende partijen bij een transactie niet alleen als tegenprestatie overeenkomen de koopprijs van verkregen grond, maar ook een mogelijke nabetaling, dan behoort de waarde in het economisch verkeer van de nabetaling tot de heffingsgrondslag. De waarde in het economisch verkeer bepaalt het hof via vergelijking met transacties van grond, die eveneens in gebied en in dezelfde periode als de onderhavige transactie hebben plaatsgevonden. Het hof oordeelt dat het verzuim van de inspecteur om bij de uitspraak op bezwaar (tevens) te beslissen op het verzoek om vergoeding van de kosten van bezwaar, leidt tot gegrondverklaring van het beroep bij de rechtbank. Het hof kan zich vinden in de aanpak van de rechtbank om X de gevraagde kostenvergoeding voor de bezwaarfase toe te kennen. Dit hoewel de Hoge Raad voor dit soort situaties voorschrijft dat de inspecteur alsnog een beslissing neemt op het verzoek om kostenvergoeding (HR 14 november 2014, nr. 14/00760, V-N 2014/59.4).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van rechtsverkeer
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 31 maart