X handelt in exclusieve auto’s, maar is zelf geen erkende dealer. Via een gelieerde in Duitsland gevestigde rechtspersoon koopt zij auto's in, die vervolgens aan Nederlandse klanten worden doorverkocht. Voor 81 auto's in 2011 ingevoerde auto's is de verschuldigde BPM in geschil. Niet in geschil is dat bij de koerslijsten van Eurotaxglass’s geen correctie voor btw/marge moet plaatsvinden en dat bij auto's met een datum eerste registratie die is gelegen voor 1 februari 2008, de CO2-uitstoot voor de bruto-BPM buiten de heffingsmaatstaf van het tarief 2009 moet blijven. Volgens de inspecteur importeert X veelal nieuwe auto's.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat met de auto's al vóór de registratie duurzaam gebruik van de Nederlandse weg is gemaakt. Ook al zijn de auto's gekocht voordat er ooit mee is gereden, dan nog zijn het gebruikte auto's als het feitelijke gebruik plaatsvindt vóór de registratie (zie HR 21 september 2018, 17/02947, V-N 2018/49.13). X claimt vergeefs het gunstiger BPM-tarief van 2010 voor zeven auto’s die in de eerste twee maanden van 2011 voor het eerst tot de weg zijn toegelaten (zie ook Hof Den Haag 19 april 2019, 18/01133, V-N 2019/32.1.3). Bij een koerslijst van XRAY voor btw-auto’s met dubbele data, waarbij de datum eerste toelating (in het buitenland) en de datum van (het Nederlandse) deel 1A gelijk is gesteld, wordt de verschuldigde BPM berekend op 96% van 95%. De beroepen van X zijn gegrond.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 110
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 16a
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 9
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 24 december