Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat de nieuwe verhuurbemiddelingsovereenkomst eerder tot stand is gekomen dan op de dag van ondertekening op 15 mei 2017. Op basis van de oude overeenkomst is X belastingplichtig voor de forensenbelasting.
In geschil is de aanslag forensenbelasting die de gemeente aan hem oplegt.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat de nieuwe verhuurbemiddelingsovereenkomst eerder tot stand is gekomen dan op de dag van ondertekening op 15 mei 2017. In de nieuwe overeenkomst is het eigen gebruik van de tweede woning van X beperkt tot 90 dagen, in de oude overeenkomst was het eigen gebruik niet gemaximeerd. X stelt dat al ongeveer twee weken voor het tekenen van de overeenkomst sprake was van wilsovereenstemming tussen partijen en wijst daarbij naar een e-mailbericht. In deze e-mail wordt echter verwezen naar een bepaling die in de definitieve overeenkomst niet is terug te vinden. Het bewijs van X schiet dus tekort. Het voorgaande heeft tot gevolg dat X de woning in 2017 meer dan 90 dagen beschikbaar had en hij dus belastingplichtig is voor de forensenbelasting. De woning was tot 15 mei 2017 immers slechts 41 dagen verhuurd en in die tijd was eigen gebruik nog niet contractueel beperkt. De heffingsambtenaar beschikte op het moment van aanslagoplegging (30 juni 2017) al over alle gegevens die hij nodig had voor het opleggen van de aanslag (zie HR 1 mei 2020, ECLI:NL:HR:2020:829, V-N 2020/22.14).
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 18 juni