Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat door de wetswijziging de grondslag voor de verleende vrijstellingen is komen te ontvallen zodat de vrijstellingsbeschikkingen hun werking van rechtswege hebben verloren.

De heer X is een hobbymatig bezitter van oldtimer personenauto's, zijnde drie Volvo's en een Daimler. De auto's rijden op benzine en voor alle is een vrijstellingsbeschikking motorrijtuigenbelasting afgegeven. Vanaf 2014 maakt X gebruikt van de overgangsregeling, die inhoudt dat hij jaarlijks € 120 per auto betaald. X maakt tegen de voldoening daarvan bezwaar. X stelt primair dat nog steeds recht bestaat op de vrijstellingen, aangezien de vrijstellingsbeschikkingen niet zijn ingetrokken.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat door de wetswijziging de grondslag voor de verleende vrijstellingen is komen te ontvallen zodat de vrijstellingsbeschikkingen hun werking van rechtswege hebben verloren. De wetswijziging is tijdig per brief aangekondigd. X beroept zich dus ook vergeefs op het vertrouwensbeginsel. De aanscherping van de oldtimervrijstelling is niet strijdig met art. 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM. Ook voor het overige zijn de beroepen van X ongegrond (zie de uitspraak van 9 april 2015, nr. 14/7339, V-N 2015/29.2.2).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 72

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 19 juli

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen