Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat ondanks de bedoeling van de wetgever om een verzuimboete van 100% op te leggen toch moet worden beoordeeld of de boete gelet op alle in aanmerking komende omstandigheden een passende en geboden sanctie is.

X is houder van een auto waarvan het kenteken is geschorst. Desondanks is de auto op 1 juni 2014 gesignaleerd op de openbare weg. In geschil is of in het kader van de naheffingsaanslag mototrijtuigenbelasting terecht een 100% verzuimboete van € 702 is opgelegd. Rechtbank Gelderland matigt de boete tot € 267, aangezien vaststaat dat de auto in het naheffingstijdvak (2 november 2013 tot en met 2 augustus 2014) gedurende ruim vijf maanden onafgebroken in een stalling heeft gestaan. De inspecteur gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat ondanks de bedoeling van de wetgever om een verzuimboete van 100% op te leggen (zie Hof Arnhem-Leeuwarden 17 juni 2014, nr. 13/01102, V-N 2014/45.25.8) toch moet worden beoordeeld of de boete gelet op alle in aanmerking komende omstandigheden de boete een passende en geboden sanctie is. Aangezien geen sprake is van bewijsnood van de inspecteur in het kader van de bijzonder ruime heffingsgrondslag is het onevenredig om steeds 100% als boetegrondslag te hanteren. De boete van € 267 is passend en geboden voor het verzuim dat door X is begaan. Het beroep van de inspecteur is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 37

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 24 maart

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen