Hof Den Haag oordeelt dat de norm in de Wet MRB ziet op fijnstof en die van de APK ziet op roet. Voor X' auto is fijnstoftoeslag verschuldigd, omdat bij de RDW niet is geregistreerd hoe vervuilend de auto is. X voldoet niet aan het tegenbewijsregeling en is de fijnstoftoeslag verschuldigd. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
X is houder van een Volkswagen Golf diesel met een datum eerste toelating uit 1990. De inspecteur verstuurt rekeningen fijnstoftoeslag MRB over 5 augustus 2020 t/m 4 mei 2022 en legt een naheffingsaanslag fijnstoftoeslag MRB op. geschil is of X hiervoor de MRB-fijnstoftoeslag is verschuldigd. X maakt eerst bezwaar tegen de betreffende MRB-rekeningen en vervolgens tegen de naheffingsaanslag wegens niet-betaling. Rechtbank Den Haag oordeelt dat X met de uitslag van de APK-roetmeting niet aan het vereiste tegenbewijs voldoet. X kan bij de RDW een verzoek indienen om de fijnstofuitstoot van de auto in het kentekenregister te wijzigen. In hoger beroep is in geschil of voor de auto de fijnstoftoeslag geldt, of de in art. 23 lid 5 Wet MRB 1994 genoemde uitstootnorm van maximaal 5 milligram fijnstof per kilometer leidend is, en of de norm die voor de APK aan de roetuitstoot wordt gesteld, in het geval van de auto de lichtabsorptiecoëfficiënt van ten hoogste 2,5 m-1 (de zogenoemde K-waarde) geldt
Hof Den Haag (V-N 2024/38.16.12) oordeelt dat de norm in de Wet MRB 1994 ziet op fijnstof en die van de APK ziet op roet. Voor X' auto is fijnstoftoeslag verschuldigd, omdat bij de RDW niet is geregistreerd hoe vervuilend de auto is. X voldoet niet aan het tegenbewijsregeling en is de fijnstoftoeslag verschuldigd. Gelet op de datum van eerste toelating geldt de wetsfictie dat de auto boven de vastgelegde norm van 5 milligram per kilometer presteert wat betreft fijnstofuitstoot. De rechtbank heeft daarnaast miskend dat tegen de MRB-rekeningen geen bezwaar en beroep openstaat. De rechtbank had de bezwaren alsnog niet-ontvankelijk moeten verklaren. Vernietiging van de uitspraak wegens een misslag in het dictum hoeft slechts als hiermee de belangen van X worden gediend. Het hoger beroep van X is ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Uitvoeringsregeling motorrijtuigenbelasting 1994 4bis
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 23
Instantie: Hoge Raad
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 19 september
Informatiesoort: VN Vandaag