De Hoge Raad oordeelt dat meer dan één persoon feitelijk houder kan zijn van een in het buitenland geregistreerde auto, zodat de heer X alsnog aannemelijk moet maken dat de auto hem in de betreffende tijdvakken niet mede ter beschikking stond.

De heer X woont sinds 1974 in Nederland en wordt op 15 december 2015 aangetroffen als bestuurder van een personenauto met Duits kenteken. Het kenteken staat op naam van zijn echtgenote. In geschil is de mrb-naheffingsaanslag over 1 januari 2012 tot en met 14 december 2015. Volgens Hof ’s-Hertogenbosch is de naheffing niet terecht. De auto stond namelijk ter beschikking van zijn echtgenote, die oorspronkelijk in Duitsland werkte. Ze had al langere tijd geen werk en reed hier met de auto rond zonder te weten dat dit niet mag. Volgens de wetsystematiek kan er slechts één houder per auto zijn. X had de beschikking over een eigen auto met Nederlands kenteken. De aanslag wordt vernietigd. Partijen gaan in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat meer dan één persoon feitelijk houder kan zijn van een in het buitenland geregistreerde auto, zodat X alsnog aannemelijk moet maken dat de auto hem in de betreffende tijdvakken niet mede ter beschikking stond. De inspecteur hoeft het tegendeel niet aannemelijk te maken. Het beroep van de Staatssecretaris van Financiën is gegrond. Volgt verwijzing naar Hof Arnhem-Leeuwarden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 34

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 7

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hoge Raad

Editie: 2 juni

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen