Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat de auto bij de controle niet was voorzien van een geldig kenteken. De auto maakte namelijk geen deel uit van de bedrijfsvoorraad van de onderneming aan wie het handelaarskenteken toebehoorde.

De heer X is eigenaar van een autobedrijf en wordt op Eerste Kerstdag 2016 als bestuurder aangetroffen in een personenauto met handelaarskenteken. Het eigen kenteken van de auto staat sinds juli 2014 op naam van X en is in juni 2015 bij de RDW wegens export afgemeld. Vanaf februari 2017 staat het weer op naam van X. Het gebruikte handelaarskenteken behoort toe aan een ander bedrijf. Volgens X had hij de platen in verband met een (verkoop)testrit even geleend van een collega. In geschil is de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting over 25 december 2015 t/m 24 december 2016, alsmede de 100% verzuimboete van € 2879. Rechtbank Noord-Holland stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in hoger beroep.

Hof Amsterdam oordeelt dat de auto bij de controle niet was voorzien van een geldig kenteken. De auto maakte namelijk geen deel uit van de bedrijfsvoorraad van de onderneming aan wie het handelaarskenteken toebehoorde. Bovendien betrof het een (verboden) testrit in verband met de verkoop van een privé-auto. Dit behelst geen pleitbaar standpunt, zodat ook de boete terecht is. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 37

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 34

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 10 juli

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen