De Hoge Raad oordeelt dat X na het beëindigen van de schorsingen van twee oldtimers niet automatisch aanspraak kan maken op toepassing van het overgangstarief. X had hiertoe expliciet verzoeken moeten doen.
X is houder van twee Mercedes Benz oldtimers, waarvoor in 2017 gebruik is gemaakt van de MRB-overgangsregeling. In november 2017 stuurt de inspecteur rekeningen met het overgangstarief van 2018. Deze rekeningen zijn niet uiterlijk op 31 december 2017 betaald. X schorst de kentekens per 27 december 2017 en ontschorst deze op 13 april 2018 respectievelijk 25 mei 2018. Hierna stuurt de inspecteur MRB-rekeningen met het normale tarief, die onbetaald zijn gebleven. In geschil zijn vijf naheffingsaanslagen naar het normale tarief, alsmede de vijf verzuimboeten van elk € 52. Hof Arnhem-Leeuwarden stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat X na het beëindigen van de schorsingen niet automatisch aanspraak kan maken op toepassing van het overgangstarief. X had hiertoe expliciet verzoeken moeten doen. Het beroep van X is ongegrond. In cassatie is de redelijke termijn afgerond naar boven met zes maanden overschreden. Voor wat betreft de naheffingsaanslagen leidt dit niet tot het toekennen van een immateriële schadevergoeding, omdat X daarom niet heeft verzocht. De boeten zijn elk minder dan € 1000, zodat met de enkele vaststelling dat inbreuk is gemaakt op art. 6 EVRM, de verdragsschending voldoende is gecompenseerd (zie HR 19 december 2008, 42763, V-N 2008/62.7, r.o. 4.2.3).
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 84a
Instantie: Hoge Raad
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Belastingheffing van motorrijtuigen
Editie: 13 november
Informatiesoort: VN Vandaag