Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de naheffing niet in strijd is met het EVRM, ondanks dat met de geschorste auto slechts een korte periode gebruik van de weg is gemaakt.

Mevrouw X is vanaf 16 december 2011 houdster van een personenauto. Het kenteken daarvan is geschorst. Ondanks deze schorsing wordt de auto op 12 mei 2012 aangetroffen op de openbare weg. In geschil is de MRB-naheffingsaanslag van € 569 over 16 december 2011 tot en met 7 juni 2012, alsmede de verzuimboete van 50%. Volgens Rechtbank Noord-Nederland is de naheffing in strijd met art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM. Aangezien niet in geschil is dat de auto slechts 23 dagen op de openbare weg heeft gestaan, wordt de naheffing verminderd naar het tijdsevenredige deel, zijnde 23/172 x € 569 is € 76. Voorts wordt de boete vernietigd. De inspecteur gaat in hoger beroep. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in navolging van HR 25 oktober 2013, nr. 11/04730, V-N 2013/53.8 dat de naheffing niet in strijd is met het EVRM, ondanks dat slechts een korte periode gebruik van de weg is gemaakt. De naheffing over 172 dagen is terecht. Het maakt niet uit dat de auto bij een derde was gestald en dat X geen toestemming had gegeven voor het gebruik. Het beroep van de inspecteur is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 35

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 19

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 25 november

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen