Hof Amsterdam oordeelt dat de MRB-naheffingsaanslag terecht aan X is opgelegd. X heeft de auto met Bulgaars kenteken in Nederland namelijk feitelijk ter beschikking gehad. De boete wordt wel verlaagd.

X wordt op 25 juni 2020 staande gehouden in een auto met een Bulgaars kenteken. Het kenteken staat sinds 16 juli 2018 op naam van zijn moeder. Daarvoor stond het op naam van X, en vanaf 25 augustus 2020 ook weer. De inspecteur legt een MRB-naheffingsaanslag van € 4761 op aan X over het tijdvak 16 juli 2018 - 24 juni 2020. Tevens wordt een boete van € 4761 opgelegd. X is het hier niet mee eens. Rechtbank Noord-Holland handhaaft de naheffingsaanslag, maar vermindert de boete tot € 4284,90. De inspecteur stelt vervolgens dat de boete moet worden verlaagd naar € 2142.

Hof Amsterdam oordeelt dat de MRB-naheffingsaanslag terecht aan X is opgelegd. X, die zijn hoofdverblijf in Nederland heeft, heeft de auto met Bulgaars kenteken in Nederland namelijk feitelijk ter beschikking gehad. Het hof overweegt daarbij onder andere dat de ontkenning door X in tegenspraak is met zijn eerdere consistente verklaringen. Ook de andere door X overgelegde verklaringen zijn niet onverenigbaar met het vermoeden dat de auto X vanaf 16 juli 2018 ter beschikking stond. Ten aanzien van de boete volgt het hof het standpunt van de inspecteur dat deze moet wordt verlaagd met 50% in verband met een wetswijziging en vervolgens nog met 10% in verband met overschrijding van de redelijke termijn. De boete wordt verlaagd naar € 2142.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 37c

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1966 37

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1966 34

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1966 13

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1966 7

Instantie: Hof Amsterdam

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Editie: 10 juni

Informatiesoort: VN Vandaag

181

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen