Aan ondernemer X wordt een MRB-naheffingsaanslag van € 1010 opgelegd in verband met het gebruik maken van de weg met zijn geschorste auto. De inspecteur legt een boete op tot hetzelfde bedrag. De auto staat geparkeerd op een parkeerterrein bij het bedrijfsverzamelgebouw waar X een onderneming drijft. Het parkeerterrein is niet afgesloten, wel staat er een bord met de tekst ‘EIGEN TERREIN’. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd, maar vermindert de boete met de helft.
Hof Amsterdam oordeelt dat de parkeerplaats waar de auto op staat, behoort tot een weg in de zin van art. 5 Wet MRB. Aangezien het parkeerterrein feitelijk voor openbaar rijverkeer openstaat, is het terrein voor iedereen vrij toegankelijk. Het parkeren van de auto op deze parkeerplaats is daarom een vorm van gebruikmaken van de weg. Hierdoor is niet voldaan aan de voorwaarden van de schorsingsregeling en is de naheffingsaanslag terecht opgelegd. Vanwege de ingewikkeldheid van de materie acht het hof een boete van € 50 passend en geboden. De auto stond geparkeerd op een eigen terrein en niet direct aan een doorgaande weg.
Wetsartikelen:
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1966 5
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 9 juni