Belanghebbende, X, houdt de aandelen in A bv. Tussen X en A bv bestaat een rekening courant. In 2004 doet A bv een pensioentoezegging aan X. In haar VPB-aangifte 2014 waardeert A bv de r.c.-vordering op X af met € 985.000. Bij het opleggen van de IB-aanslagen 2014 - 2016 gaat de inspecteur voor meerdere ankers liggen. Zo stelt hij dat sprake is van afkoop van het pensioen dan wel dat een uitdeling van winst is gedaan.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat het pensioen van X in 2014 is afgekocht. Door de afboeking van de r.c.-vordering zijn de pensioenverplichtingen niet langer meer gedekt. Na de afboeking bestaan de activa van A bv alleen nog maar uit het resterende deel van de r.c.-vordering van € 26.288, terwijl de passiva bestaan uit een negatieve winstreserve van € 672.354 en de pensioenvoorziening van € 485.323. De rechtbank volgt de actuariële berekeningen die X heeft ingebracht en vermindert de IB-aanslag 2014.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 19b
Wet inkomstenbelasting 2001 3.81
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 12 juli