Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Božičevič Ježovnik de in verband met de ingevoerde bananen verschuldigde btw niet achteraf hoeft te betalen, alleen omdat bij een latere controle blijkt dat niet aan de materiële voorwaarden voor de btw-vrijstelling is voldaan. Dat kan namelijk alleen als er sprake is van fraude.

Milan Božičevič Ježovnik is zelfstandig ondernemer in Slovenië, en is actief op het gebied van de invoer en distributie van bananen. Het Sloveense douanekantoor plaatst de door Božičevič Ježovnik ingevoerde bananen onder de ‘douaneregeling 42’, zodat hij ze bij invoer met vrijstelling van btw in het vrije verkeer kan brengen. Božičevič Ježovnik overlegt hiervoor gebruiksverklaringen en eindbestemmingsverklaringen met het stempel van de in de aangifte vermelde ontvangers van de goederen. Naar aanleiding van een controle stelt de Sloveense douane dat niet aan de materiële voorwaarden voor de btw-vrijstelling is voldaan, en dat Božičevič Ježovnik € 242.000 aan btw moet betalen. Božičevič Ježovnik is het hier niet mee eens. De Sloveense rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Božičevič Ježovnik de in verband met de ingevoerde bananen verschuldigde btw niet achteraf hoeft te betalen, alleen omdat bij een latere controle blijkt dat niet aan de materiële voorwaarden voor de btw-vrijstelling is voldaan. Het Hof van Justitie EU wijst er daarbij op dat Slovenië, na een voorafgaande controle, btw-vrijstelling heeft verleend aan Božičevič Ježovnik, op basis van de door hem aangedragen bewijzen. Wanneer echter op basis van objectieve gegevens wordt vastgesteld dat Božičevič Ježovnik wist of had moeten weten dat de op de importen in kwestie volgende leveringen deel uitmaakten van fraude door de koper, en dat hij niet alle hem ter beschikking staande redelijke maatregelen heeft getroffen om die fraude te voorkomen, kan Slovenië alsnog achteraf betaling vorderen.

[Bron Uitspraak]

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 31 oktober

14

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen