Belanghebbende, X, heeft bij Hof 's-Hertogenbosch hoger beroep ingesteld. Op 10 december 2010 verklaart het hof bij mondelinge uitspraak het hoger beroep niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Tegen deze mondelinge uitspraak stelt X cassatieberoep in. Op 16 februari 2011 vervangt het hof de mondelinge uitspraak door een schriftelijke. Per brief van 28 februari 2011 schrijft X aan de Hoge Raad: "Hierbij deel ik u mede dat ik het beroep in cassatie intrek." Bij schrijven van 24 maart 2011 stelt X vervolgens opnieuw cassatieberoep in, ditmaal tegen de vervangende schriftelijke uitspraak van het hof.
De Hoge Raad oordeelt dat X zijn cassatieberoep tegen de mondelinge uitspraak uitdrukkelijk en ondubbelzinnig heeft ingetrokken. X heeft zich namelijk niet beroepen op enige grond voor aantastbaarheid van die intrekking. Dit betekent dat de Hoge Raad op het rechtsgeldig ingetrokken cassatieberoep niet hoeft te beslissen. Verder is het niet mogelijk – zoals X heeft gedaan – om tegen de vervangende schriftelijke uitspraak van het hof opnieuw cassatieberoep in te stellen. Dit laatste cassatieberoep is dan ook niet-ontvankelijk.