De inspecteur stelt vast dat er bij belanghebbende, X cv, sprake is van een BTW-afdrachtsverschil voor het jaar 2012. Na onderling contact met K, werkzaam bij de boekhouder van X cv, legt de inspecteur BTW-naheffingsaanslagen op aan X cv over de jaren 2011-2014. X cv is het hier niet mee eens.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de door de inspecteur opgelegde BTW-naheffingsaanslagen correct zijn. De naheffingsaanslagen zijn in overeenstemming met de door de boekhouder ingediende suppleties. Het hof overweegt daarbij dat X cv haar stelling, dat de ingediende suppleties onjuist zijn, niet heeft onderbouwd. Ook de stelling van X cv dat de boekhouder niet gerechtigd was om de BTW-aangiften namens haar te doen, wordt verworpen. X cv maakt niet aannemelijk dat de namens haar verstrekte gegevens van de BTW-suppletie over de jaren 2011-2014 onjuist zijn. Het hof vernietigt nog wel de opgelegde boeten, omdat deze niet op de juiste wijze kenbaar zijn gemaakt.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c
Algemene wet inzake rijksbelastingen 20
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 17 augustus