Belanghebbende, X, is eigenaar van een vrijstaande woonboerderij in de gemeente Borger-Odoorn. Rechtbank Noord-Nederland verlaagt de WOZ-waarde van deze woning en kent een immateriële schadevergoeding van € 500 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn. Hof Arnhem-Leeuwarden draait de waardeverlaging terug, maar schaart zich wel achter de beslissing van de rechtbank over de schadevergoeding.
De Hoge Raad oordeelt dat het hof toen het de beslissing van de rechtbank over de immateriële schadevergoeding overnam de heffingsambtenaar had moeten gelasten het griffierecht voor het beroep in eerste aanleg aan X te vergoeden (HR 20 maart 2015, nr. 14/01332, V-N 2015/16.8). In zoverre is het cassatieberoep van X gegrond. De Hoge Raad doet de zaak zelf af. De overige klachten van X kunnen niet tot cassatie leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:74