Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het Besluit rechtsherstel box 3 belanghebbende onvoldoende rechtsherstel biedt nu diens werkelijk rendement lager ligt dan het bij het besluit in aanmerking genomen rendement.
Belanghebbende (X) heeft een aanzienlijk box 3-vermogen. De box 3-heffing over 2018 bedraagt € 15.939. X heeft een woning, vrij van hypotheek, een UWV-uitkering, en ontving in 2018 een schenking. X tekent bezwaar aan tegen de box 3-heffing. De vraag of sprake is van een individuele en buitensporige last wordt negatief beantwoord. Uiteindelijk gaat X in hoger beroep. De inspecteur verlaagt ambtshalve de box 3-heffing op basis van het Besluit rechtsherstel box 3 (V-N 2022/34.3).
Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat de ambtshalve vermindering onvoldoende rechtsherstel biedt omdat het werkelijke rendement van X lager is dan het rendement waarmee rekening is gehouden bij de toepassing van het besluit. Overigens vormt een “papieren aandelenverlies” geen onderdeel van dat werkelijke rendement. Het hof oordeelt dat een nog verdere verlaging van de box 3-heffing vanwege een door X gestelde individuele en buitensporige last gelet op diens gehele financiële situatie niet noodzakelijk is.
Lees ook het Dossier Box 3.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 14
Wet inkomstenbelasting 2001 5.2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Dossiers: Box 3
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 24 februari