X stelt beroep in tegen een uitspraak van de gemeente Reusel-De Mierden. In deze uitspraak op bezwaar is de WOZ-waarde van de woning van X verlaagd en is de kostenvergoeding vastgesteld op € 235. Na het verstrijken van de beroepstermijn breidt hij zijn beroep uit.
Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat het niet mogelijk is om na het verstrijken van de beroepstermijn de omvang van het geschil uit te breiden. Uiterlijk binnen de beroepstermijn dient immers vast te staan waartegen de beroepsgronden zijn gericht (Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State 14 december 2011, nr. 201011775/1R1, ECLI:NL:RVS:2011:BU7899). Gelet op het belang van een efficiënte geschilbeslechting, dat ook ten grondslag ligt aan artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), alsmede de rechtszekerheid van de wederpartij, kan niet worden aanvaard dat de omvang van het geschil na afloop van de beroepstermijn nog wordt uitgebreid. X heeft in het beroepschrift zijn beroep uitdrukkelijk beperkt tot de hoogte van de proceskosten- en rentevergoeding. Eerst na afloop van de beroepstermijn heeft X ook de WOZ-waarde weer ter discussie gesteld. Deze uitbreiding van het geschil is, gelet op het voorgaande, niet toegestaan. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en verhoogt de bezwaarkostenvergoeding naar een bedrag van € 486 (tweemaal € 243).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:13
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Oost-Brabant
Editie: 21 oktober