Hof Den Haag stelt de WOZ-waarde na verwijzing vast op de waarde in het rapport van X, € 457.000, vermeerderd met een erfpachtcorrectie van € 14.000.
X is het niet eens met de WOZ-waarde 2020 van zijn woning en gaat in bezwaar, (hoger) beroep en cassatie. In de procedure bij het Hof Amsterdam komt de heffingsambtenaar met een taxatierapport, waarin de woning op basis van drie verkopen uit dezelfde straat wordt getaxeerd op de beschikte WOZ-waarde van € 502.000. Het hof acht de WOZ-waarde aannemelijk op basis van een gewogen gemiddelde van deze drie verkopen. De Hoge Raad oordeelt echter dat het hof niet zonder opgaaf van reden voorbij mocht gaan aan de zes referentiewoningen die X heeft ingebracht en zouden kunnen leiden tot een lagere WOZ-waarde (HR 3 maart 2023, V-N 2023/12.20). De Hoge Raad verwijst de zaak naar Hof Den Haag. Hof Den Haag stelt de WOZ-waarde na verwijzing vast op de waarde in het rapport van X, € 457.000, vermeerderd met een erfpachtcorrectie van € 14.000. De heffingsambtenaar heeft ter zitting uiteindelijk het standpunt ingenomen dat hij kan leven met de waarde uit het taxatierapport van X, maar volgens de heffingsambtenaar moet deze waarde nog wel worden verhoogd met een erfpachtcorrectie van € 14.000. X is het niet eens met die erfpachtcorrectie, maar hij heeft zijn grieven hierover al in de procedure vóór verwijzing ingetrokken. Het hof concludeert dat partijen het dus eens zijn over de waarde. De vraag of het taxatierapport van X in de eerste stap van de door de Hoge Raad in het Oostflakkee-arrest (HR 14 oktober 2005, BNB 2005/378,V-N 2005/54.23) uiteengezette bewijsregels als gelijkwaardig bewijsmiddel in aanmerking moet worden genomen komt daarom niet meer aan de orde.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Instantie: Hof Den Haag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Editie: 3 januari
Informatiesoort: VN Vandaag