Belanghebbende, X (25%), F bv (25%) en G bv (50%) houden de aandelen in C bv. Eind 2012 ontvangt de inspecteur een klikbrief. Hierin wordt uitgelegd dat X via C bv zaken doet met J AG en dat J AG te hoge prijzen rekent aan C bv. Ter compensatie worden aan X contant bedragen betaald, die X op een Zwitserse bankrekening stort. X verantwoordt deze ontvangsten niet in zijn IB-aangiften. De inspecteur corrigeert de IB-aangiften 2010 en 2011. Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur de niet-verantwoorde bedragen terecht als ROW heeft aangemerkt. De inspecteur heeft hierbij volgens de rechtbank niet zijn geheimhoudingsplicht geschonden, door de brieven voor te leggen aan de andere aandeelhouders. Verder moest de inspecteur onderzoeken of de correcties niet bij C bv doorgevoerd moesten worden.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur zijn geheimhoudingsplicht niet heeft geschonden. Volgens het hof kon de inspecteur namelijk, door het nader onderzoek, vaststellen of de Zwitserse informatie overeenkwam met de administratie van C bv. Verder merkt het hof nog op dat de inspecteur, na ontvangst van de Zwitserse informatie, nog voor de vraag stond of en tot welke bedragen belastingheffing bij C bv moest plaatsvinden. Vervolgens stelt het hof vast dat de inspecteur de correcties terecht bij X in de IB heeft doorgevoerd, en niet bij C bv in de VPB. Aangezien X een onderneming drijft die bemiddelingswerkzaamheden uitvoert, moeten de opbrengsten wel als winst worden aangemerkt en niet als ROW. Het hof vermindert de aanslagen.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Wet inkomstenbelasting 2001 3.2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 26 april