Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat X bv heeft verzuimd om een omzet ter hoogte van € 294.267 aan te geven. Ook maakt de inspecteur aannemelijk dat X bv een groot gedeelte van de verzwegen omzet heeft gebruikt om personeel zwart uit te betalen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
X bv exploiteert een restaurant. Naar aanleiding van tips van ex-werknemers stelt de Belastingdienst een boekenonderzoek in bij X bv. Hierbij wordt een notitie van de bedrijfsleider aangetroffen, waarin wordt beschreven hoe digitaal verwerkte omzet in de administratie digitaal kan worden gewist. Tevens verklaren ex-werknemers dat een deel van hun loon zwart werd uitbetaald. Naar aanleiding van het onderzoek legt de inspecteur een naheffingsaanslag loonheffingen 2009 op aan X bv.
Hof 's-Hertogenbosch (V-N Vandaag 2020/854) oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat X bv heeft verzuimd om een omzet ter hoogte van € 294.267 aan te geven. Het hof wijst daarbij op de BTW-procedure van X bv over het jaar 2009. Ook maakt de inspecteur aannemelijk dat X bv een groot gedeelte van de verzwegen omzet heeft gebruikt om personeel zwart uit te betalen. De door diverse ex-werknemers afgelegde verklaringen en de notitieboekjes zijn daarbij van belang. Dat één ex-werknemer verklaart dat hij nooit een gedeelte van zijn loon in contanten heeft ontvangen, is dan niet van belang. Het hof gaat verder nog voorbij aan het voorwaardelijk bewijsaanbod van X bv om werkschema’s en loonstrookjes te overleggen. X bv had deze stukken namelijk eerder in kunnen dienen.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 2