Hof Den Haag oordeelt dat een deel van de in 2018 nabetaalde pensioenen niet in dat jaar belast zijn.

X ontvangt in 2018 een pensioen van bruto € 108.022. Deze pensioenuitkering bestaat voor € 73.965 uit een nabetaling over de periode 1 september 2008 tot 31 december 2017. In hoger beroep is in geschil of de inspecteur de pensioenuitkeringen in 2018 terecht tot X’ belastbaar inkomen uit werk en woning heeft gerekend.

Hof Den Haag oordeelt dat een deel van de nabetaling niet in 2018 belast is. De verzekeraar heeft in 2018 het bedrag van de pensioenuitkeringen op een tussenrekening geplaatst in afwachting van X’ mededeling op welk bankrekeningnummer hij de pensioenuitkering wil ontvangen. Daarmee zijn de pensioenuitkeringen vorderbaar en inbaar. Maar de verzekeraar heeft het pensioenkapitaal al per 1 augustus 2016 omgezet in periodieke uitkeringen. Daarmee zijn er vanaf dat moment uitkeringen vorderbaar en inbaar geworden. Aan 2016 is € 25.717,45 en € 14.190 toe te rekenen en belastbaar. Aan 2017 is € 34.057 toe te rekenen en belastbaar. Gelet hierop moet de aanslag over 2018 worden verminderd. X’ hoger beroep is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.146

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Informatiesoort: VN Vandaag

Editie: 22 april

24

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen