Aan X is naar aanleiding van een boekenonderzoek een btw-naheffingsaanslag ter zake van zogenoemde afhaaltransacties opgelegd. Na de rechtbankuitspraak staat voor Hof 's-Gravenhage vast dat X over onvoldoende bescheiden beschikt om het nultarief ter zake van de in geding zijnde leveringen aan te tonen. In geschil is of de naheffingsaanslag terecht is opgelegd, met name of de inspecteur bij X het vertrouwen heeft gewekt dat de desbetreffende leveringen onder het nultarief vallen.
Hof 's-Gravenhage (MK II, 14 december 2012, BK-11/00427, V-N Vandaag 2013/1977) is van oordeel dat dit niet het geval is. De inspecteur heeft X met betrekking tot vijf uitvoertransacties in de gelegenheid gesteld om daarop betrekking hebbende bescheiden (zoals CMR-formulieren) bij derden op te vragen. Dat hij pas daarna aanvaardt dat ter zake van die transacties het nultarief voldoende is aangetoond, wijst erop dat de inspecteur zonder nader bewijs niet akkoord gaat met toepassing van het nultarief. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).