X komt in beroep en hoger beroep tegen een WOZ-beschikking. Hij stelt dat de heffingsambtenaar de hoorplicht heeft geschonden door pas op de hoorzitting het taxatieverslag te overleggen.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de late verstrekking van het taxatieverslag geen reden voor de heffingsambtenaar hoefde te zijn om X aanvullend te horen. Het hof gaat er vanuit dat de heffingsambtenaar aan alle verplichtingen rond het horen heeft voldaan en er dus geen schending van de hoorplicht zich voordoet. Door een taxatieverslag te verstrekken heeft de heffingsambtenaar ook voldaan aan art. 40 lid 2 Wet WOZ. De heffingsambtenaar heeft de algemene beginselen van bestuur niet geschonden door X niet uit te nodigen voor een nader hoorgesprek. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat X de mogelijkheid had om zelf digitaal op een eerder tijdstip het taxatieverslag te downloaden en hij in de bezwaarfase nooit heeft gevraagd om een nadere hoorzitting. Het hof oordeelt verder dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde aannemelijk heeft gemaakt. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:9
Algemene wet bestuursrecht 7:4
Algemene wet bestuursrecht 7:2
Wet waardering onroerende zaken 40
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 8 juli