De Staatssecretaris van Financiën heeft de nadere memorie van antwoord inzake de goedkeuring van het op 12 april 2012 tot stand gekomen belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland naar de Eerste Kamer gestuurd.

Brief Staatssecretaris van Financiën van 6 februari 2015, nr. IZV/2015/79U  

De Staatssecretaris van Financiën heeft de nadere memorie van antwoord inzake de goedkeuring van het op 12 april 2012 tot stand gekomen belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland naar de Eerste Kamer gestuurd.

Hij stelt daarin onder meer dat het uitgangspunt van Nederland is dat in verdragsonderhandelingen voor fiscaal gefaciliteerde pensioenen en lijfrenten volledige bronstaatheffing wordt nagestreefd. Niet altijd stemmen echter de wensen van de onderhandelingspartner overeen met het Nederlandse verdragsbeleid. Er zijn dan vaak compromissen nodig. Die kunnen echter qua inhoud van elkaar verschillen, afhankelijk van de concrete bilaterale verhouding. Dit verklaart waarom er verschillen zijn tussen structurele pensioenregelingen in (recente) Nederlandse belastingverdragen en de overeengekomen overgangsbepalingen. Daarbij spelen verschillende factoren een rol, zoals de hoogte van de belastingtarieven in beide landen, het aantal gepensioneerden met een Nederlands pensioeninkomen en de verhouding tussen het aantal gepensioneerden in beide landen.

In het onderhavige belastingverdrag heeft het kabinet een bijzondere overgangsregeling voor in Duitsland wonende pensioengenieters getroffen met het specifieke doel om met name voor de hogere pensioeninkomens een meer geleidelijke overgang te bewerkstelligen, omdat vooral in die gevallen het nieuwe verdrag een hogere belastingdruk kan meebrengen.  

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Internationaal belastingrecht

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 12 februari

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen