Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat X als particulier een administratie mag voeren, maar dat er geen causaal verband meer is tussen de administratiekosten en de bron van inkomen die door de staking teniet is gegaan. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

X is tot en met 2011 werkzaam als kunstenaar. In dat jaar is zijn IB-onderneming gestaakt. Volgens de aangifte over 2015 is desondanks een ondernemingsverlies geleden van € 3093. De desbetreffende kosten zien met name op de kosten van zijn gemachtigde die nog steeds de administratie doet. De geclaimde rentekosten van € 1713 houden verband met de schuld die X aan zijn gemachtigde heeft. In geschil is of de inspecteur de aftrek van deze ‘nagekomen bedrijfslasten’ terecht heeft geweigerd. Rechtbank Gelderland stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2021/7.1.1) oordeelt dat X als particulier een administratie mag voeren, maar dat er geen causaal verband meer is tussen de administratiekosten en de bron van inkomen die door de staking teniet is gegaan. Over 2013, 2014 en 2015 heeft X weliswaar BTW-teruggaven ontvangen, maar deze zagen uitsluitend op de facturen van zijn gemachtigde en hielden ook geen verband met de IB-onderneming of het staken daarvan. X beroept zich vergeefs op het vertrouwensbeginsel. Het BTW-ondernemerschap is namelijk veel ruimer dan in de IB-sfeer. De schuld aan de gemachtigde is voorts na de staking tot het privévermogen van X gaan behoren, zodat de aftrek van de rente terecht is geweigerd. Het beroep van X is ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Lees ook het thema Stakingswinst.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 20 juli

49

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen