Hof Den Haag komt tot de slotsom dat de aanpak van advocaat X het beeld oproept dat hij met een veelheid van stukken en (nieuwe) stellingen het zicht op de werkelijke (eigen) cijfers heeft willen vertroebelen. De inspecteur heeft X terecht een naheffingsaanslag btw over 2008 opgelegd.

Belanghebbende, X, is advocaat. Over 2008 verantwoordt hij op zijn aangiften btw een omzet van € 389.811. Echter, uit zijn eigen administratie volgt bij een boekenonderzoek een omzet inclusief btw van ruim € 1 miljoen. De inspecteur legt X een naheffingsaanslag op van € 83.105. Rechtbank Den Haag verlaagt die aanslag tot € 65.897 in verband met een ten onrechte opgenomen bedrag aan doorlopende kosten. X gaat in hoger beroep.

Hof Den Haag oordeelt dat de naheffingsaanslag 2008 terecht is opgelegd. Het hof verwerpt de stelling van X dat hij zich niet voldoende heeft kunnen verweren. Volgens het hof kan bezwaarlijk worden gezegd dat X niet naar behoren de gelegenheid heeft gehad om zijn grieven tegen de naheffingsaanslag te concretiseren en te specificeren. X heeft meermaals aangekondigd zijn administratie opnieuw op te stellen, maar voor zover hij hieraan al gevolg heeft gegeven, zijn die inspanningen volgens het hof weinig succesvol geweest. Verder weegt zwaar mee dat de aan de naheffing ten grondslag liggende gegevens en cijfers van X zelf afkomstig zijn. Het hof komt tot de slotsom dat de aanpak van X het beeld oproept dat X met een veelheid van stukken en (nieuwe) stellingen het zicht op de werkelijke (eigen) cijfers heeft willen vertroebelen. Het hof vermindert de naheffingsaanslag met € 1.535 in verband met een kleine herrekening van de omzet door de inspecteur. In zoverre treft het hoger beroep doel.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 20

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 7 juni

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen