Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant mag de Belastingdienst de BTW berekenen met de individuele regeling, ondanks dat de globalisatieregeling hier geldt. Het vaststellen van verschuldigde BTW met de globalisatieregeling kan namelijk niet (eenvoudig) door een ondeugdelijke administratie.

Belanghebbende houdt zich bezig met in- en verkoop van gebruikte caravans en caravanaccessoires. De belastingdienst constateert bij een boekenonderzoek dat de financiële administratie niet op orde is. Bij de berekening van correcties wordt de administratie van belanghebbende zoveel mogelijk gevolgd, met uitzondering van de maandelijks terugkerende post ‘mutaties’. De verschuldigde omzetbelasting wordt berekend op basis van de individuele regeling van de margeregeling.

Ondanks dat de globalisatieregeling van toepassing is op belanghebbende, keurt de rechtbank de berekening van de verschuldigde omzetbelasting op basis van de individuele regeling goed. Belanghebbende voerde de administratie namelijk niet zodanig dat de verschuldigde BTW kan worden gecontroleerd. Verder heeft belanghebbende niet gesteld of aannemelijk gemaakt dat door toepassing van de individuele regeling teveel BTW is nageheven. De verzuimboetes van 10% zijn passend en geboden, maar worden gematigd met 15% wegens overschrijding van de redelijke termijn sinds de aankondiging van de boetes. Belanghebbende krijgt tot slot een immateriële schadevergoeding toegewezen wegens de overschrijding van de redelijke termijn in de bezwaarfase.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 4c

Wet op de omzetbelasting 1968 28d

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 19 mei

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen