Naar aanleiding van een boekenonderzoek bij leasebedrijf, X bv, wordt de in geschil zijnde naheffingsaanslag omzetbelasting met een vergrijpboete opgelegd. X bv kan correcties ter zake van geclaimde voorbelasting en aangegeven verschuldigde omzetbelasting namelijk niet onderbouwen met logische boekhoudkundige verwerkingen. X bv komt uiteindelijk in hoger beroep.
Hof Den Haag vermindert de naheffingsaanslag, overeenkomstig het standpunt van de inspecteur in hoger beroep, tot € 33.890. De boete wordt overeenkomstig verminderd. In zoverre treft het hoger beroep doel. Verder blijft de naheffing gehandhaafd. Het hof verwerpt de grief van X bv dat zij zich niet of onvoldoende tegen de naheffing heeft kunnen verweren. De aan de naheffing ten grondslag liggende gegevens zijn afkomstig uit de administratie van X bv zelf. Het door X bv naar voren gebrachte andere beeld is volgens het hof niet geloofwaardig. De aanpak van X bv in hoger beroep roept, volgens het hof, het beeld op dat zij met een veelheid van stukken en (nieuwe) stellingen het zicht op de werkelijke cijfers heeft willen vertroebelen. Daaruit is niet af te leiden dat de naheffingsaanslag tot een te hoog bedrag is opgelegd.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 15
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f
Algemene wet inzake rijksbelastingen 20
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 19 juni