Belanghebbende, X, parkeert zijn auto op 18 januari 2015 omstreeks 20:12 uur op een parkeerplaats in de gemeente Den Haag. Op deze plaats mag met een geldige parkeervergunning dan wel met een geldig parkeerkaartje worden geparkeerd. Een parkeercontroleur legt een naheffingsaanslag parkeerbelasting op nadat hij heeft geconstateerd dat er in de auto geen geldige parkeervergunning of geldig parkeerkaartje aanwezig was.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat een naheffingsaanslag parkeerbelasting niet kan worden voorkomen door een parkeervergunning die niet (langer) geldig is op de plaats waar is geparkeerd. X heeft een parkeervergunning maar na de herindeling is de parkeervergunning niet meer geldig op de plaats waar X zijn auto heeft geparkeerd. Naar het oordeel van de rechtbank is X na de herindeling duidelijk geïnformeerd over de nieuwe gebiedsindeling. X had dus redelijkerwijs kunnen weten dat de vergunning niet geldig was op de plaats waar hij op 18 januari 2015 parkeerde. Omdat de vergunning van X op de bewuste plaats niet geldig was en de parkeerbelasting niet op andere wijze is voldaan, is de naheffingsaanslag terecht opgelegd.
Wetsartikelen: