Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat het opleggen van een BPM-naheffingsaanslag aan de koper van een gebruikte ingevoerde auto geen discriminatie is in de zin van art. 110 VWEU. Op een reeds geregistreerde gebruikte auto rust namelijk niet minder BPM.

De heer X doet in januari 2012 BPM-aangifte vanwege de registratie van een uit Duitsland afkomstige personenauto met schade. Volgens de aangifte is € 16 aan BPM verschuldigd. In geschil is of terecht een naheffingsaanslag van € 2.290 is opgelegd. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant was de auto ten tijde van de invoer € 6.000 waard. De inspecteur moet enkelvoudige rente vergoeden vanaf de datum van onverschuldigde betaling waarbij voor de rentevoet wordt aangesloten bij die voor de berekening van invorderingsrente. X gaat in hoger beroep. Op de zitting concluderen partijen tot vermindering van de naheffing tot € 416.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het opleggen van een naheffingsaanslag aan de koper van een gebruikte ingevoerde auto geen discriminatie is in de zin van art. 110 VWEU. Op een reeds geregistreerde gebruikte auto rust namelijk niet minder BPM. De aanslag wordt daarom conform het compromis verminderd tot € 416 en de beschikking belastingrente wordt dienovereenkomstig verminderd. Het beroep van X is gegrond. Er moet voorts rente worden vergoed conform art. 28c Inv. 1990, te berekenen over het tijdvak dat begint op de dag na die waarop de aanslag is betaald en eindigt op de dag voorafgaand aan die van de terugbetaling.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 110

Invorderingswet 1990 28c

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering, Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 31 mei

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen