Aan X is door zijn werkgever in 2006 en 2007 een auto ter beschikking gesteld. Volgens X is er geen sprake van privé-gebruik van de auto. Omdat de rittenregistratie niet de voorgeschreven gegevens bevat heeft de inspecteur naheffingsaanslagen loonbelasting, boetebeschikkingen en beschikkingen heffingsrente opgelegd. In hoger beroep zijn de naheffingsaanslagen en beschikkingen in geschil.
Hof Arnhem (MK I, 5 juli 2011, 10/00479 en 10/00480) oordeelt dat de inspecteur terecht de naheffingsaanslagen loonbelasting voor het voordeel van het privé-gebruik van de ter beschikking gestelde auto heeft opgelegd. Uit gegevens verkregen van de Nationale Autopas en het Centraal Justitieel Incassobureau blijkt dat de aan X ter beschikking gestelde auto is gesignaleerd op tijdstippen en plaatsen die niet overeenstemmen met de door hem gevoerde rittenadministratie. De rittenadministratie is daarmee onbetrouwbaar. X' hoger beroep is ongegrond. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 13bis