De heer X is autohandelaar en maakt voor de motorrijtuigenbelasting gebruik van de handelaarsregeling. In november 2010 wordt een verkeersovertreding begaan met een personenauto die op dat moment tot de bedrijfsvoorraad van X behoort. De inspecteur stelt dat gebruik is gemaakt van de openbare weg van de auto zonder het verplichte handelaarskenteken. De auto heeft slechts enkele maanden tot de handelsvoorraad van X behoord. In geschil is de MRB-naheffing over het tijdvak 4 november 2009 tot en met 3 november 2010, alsmede de 100% verzuimboete van € 407. Rechtbank Breda verlaagt de boete tot € 118. Partijen gaan in hoger beroep. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de naheffing over een tijdsduur van twaalf maanden een dusdanig afschrikwekkend en bestraffend karakter heeft dat deze moet worden aangemerkt als een 'criminal charge'. Er is geen sprake is van belasting die is verschuldigd ten tijde van de aanvang van een of meerdere tijdvakken. Pas met de onderhavige naheffingsaanslag is de belasting verschuldigd en is een betalingsverplichting ontstaan. Gelet op alle omstandigheden van het geval wordt een boete van € 350 passend en geboden. De aanslag wordt tot dit bedrag verlaagd. De boete wordt vernietigd. Enerzijds omdat het niet is toegestaan (nog) een boete op te leggen, anderzijds omdat de inspecteur niet kan bewijzen dat X een verwijt treft. Dit volgt uit de constatering dat pas met de onderhavige naheffingsaanslag de belasting is verschuldigd en is een betalingsverplichting is ontstaan. Het hoger beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 74
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 37
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Europees belastingrecht, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 13 maart