Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de naheffingsaanslag accijns terecht aan X is opgelegd wegens het voorhanden hebben van gasolie met herkenningsmiddelen. De rechtbank verwerpt het verweer van X dat hij slechts als katvanger heeft gefungeerd.

X huurt een binnenvaartschip van Y BV, waarbij het schip wordt gebruikt voor opslag. Op 30 april 2021 ontdekt de politie een hennepkwekerij op het schip, aangedreven door generatoren op gasolie. De Douane bevestigt dat de gasolie herkenningsmiddelen bevat. X verklaart tijdens verhoor niets te weten van de hennepkwekerij en stelt dat hij de huurovereenkomst als katvanger heeft getekend. De eigenaar van het schip, Y, bevestigt dat X het ruim van het schip mocht gebruiken en toegang had tot de gasolie. X beweert dat de ingangsdatum van de huurovereenkomst is vervalst, maar kan dit niet bewijzen. In geschil is of de naheffingsaanslag accijns terecht aan X is opgelegd wegens het voorhanden hebben van gasolie met herkenningsmiddelen.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat X de gasolie fysiek tot zijn beschikking had, gebaseerd op de huurovereenkomst en verklaringen van Y. De rechtbank acht de verklaring van X dat hij slechts als katvanger fungeerde ongeloofwaardig, omdat de verklaring niet is onderbouwd. De rechtbank verwerpt het verweer van X dat de ingangsdatum van de huurovereenkomst is vervalst. De naheffingsaanslag en de belastingrentebeschikking blijven in stand.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de accijns 51

Wet op de accijns 2

Wet op de accijns 1

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Rubriek: Accijns en verbruiksbelastingen

Editie: 4 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

19

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen